De (on)mogelijkheid van oplossingen...

29 mei 2019

De (on)mogelijkheid van oplossingen...

Waar tekort is, komen inventieve oplossingen.
Durende of slechts tijdelijke, allemaal in goede moed bedacht om een antwoord te vinden op een probleem.

Nu in het onderwijs er steeds meer gaten vallen in schoolformaties (waar bent u Den Haag ??), komt van alles voorbij.

Veel grotere klassen samen met onderwijsassistenten, zij-instromers, upgraden van de overgang van MBO naar HBO-PABO, halvering van het collegegeld in de eerste twee jaren van diezelfde PABO, bonus + parkeerplaats + woningtoewijzing, samenwerking met jeugdzorg (een kind = een plan = minder inzet van personeel in absolute zin), stijging van de salarissen, terug naar een vierdaagse werkweek of verkorten van de lesdagen.

Goed bedoeld, maar voldoende om aan de toekomstige 10000 (tienduizend !!) vacatures tegemoet te komen? Om eerlijk te zijn, geloof ik er geen snars van. Het aanzien van onderwijs, net als die van de zorg, IND, belastingdienst, defensie, ICT, politie, jeugdhulpverlening, is sterk onder de maat. Geen voetballer wil bij de nummer laatst spelen, geen kok wil koken met een lege koelkast.

Dat is het verhaal. Een veelgehoorde legitimering voor een vierdaagse werkweek (of is het een vierdaagse-kinderen zijn er niet-leerkrachten zijn er wel-werkweek) is dat in Finland in een 30% minder onderwijstijd 30% meer resultaten worden behaald. Zou het onderwijs daar niet rijker (meer ondersteuning, minder verzengende toezicht, hoger aanzien) zijn en dit zorgen voor betere werkweken?

Kinderen leren op school, maar zeker ook buiten de school. In de maatschappij, in de natuur, met elkaar zonder plan en idee. Daarom ben ik voor de drieweekse schoolmaand. De vierde week in de maand is buiten de school. Met andere mensen, andere beroepen, andere ideeën. Wat ik niet weet, en wel vrees, is dat voor deze vierde week ….. geen personeel te vinden is.

Jos Boerema
16 mei 2019
Een tegenstelling is een prachtige taalkundige fonds. Blij – verdrietig, zwart – wit, alleen – samen, snel – langzaam. In het onderwijs is altijd wat te doen, wat steeds terug komt is een tekort aan tijd. Om een tegenstelling te gebruiken, een tekort aan tijd zou ook kunnen duiden op een teveel aan taken, te hoge ambities. Behalve de dingen niet meer te doen die eigenlijk wel zouden moeten, is het verbinden van lessen volgens mij de enige manier om tijd te winnen, de betekenis van leren inzichtelijk te maken, leerlingen toe- en uitgerust de maatschappij tegemoet te laten treden. In een ver verleden schreef ik al over werkman Erik. Deze bouwvakker stond iedere morgen om zeven uur op de stoep om aan de gewenste verbouwing te werken. Hij kon alles, gebruikte zijn vaardigheden op verschillende momenten, wist overal een antwoord op. Werkman Erik had, door veel te doen, te ervaren en te herdoen, alle aangeleerde vaardigheden zo in zijn vakmanschap geïntegreerd, dat dit ook werkelijk kon. Hij paste toe, gebruikte wat hij nodig had. Door basisvaardigheden (gereedschappen) te verbinden met contexten, maatschappij, probleemstellingen, lukt het om te komen tot beter begrip, diepere betekenis, flexibele inzet van alles wat bruikbaar is. ’s Morgens vroeg wel eens door het bos gelopen? Honderden spinnenwebben zorgen voor een prachtig beeld. Het past ook bij de gedachte van verbinden. De horizontale draden verbeelden de basisvaardigheden, de verticale de leerlijnen voor de zaakvakken, expressie, betekenisvolle contexten, actualiteiten. Waar de horizontale de verticale lijnen kruizen, knopen, daar vindt het echte leren plaats. Daar wordt toegepast, gebruikt. Als gereedschappen die een huis kunnen maken.